Saturday, April 22, 2006

Ondernemerswijs

Er is veel over gezegd. De gemiddelde Nederlander is niet ondernemend genoeg, de innovatie blijft achter en het concurreren met buitenlandse ondernemingen is voor veel bedrijven een hele opgave. De een ziet de ondoordringbare brij van regelgeving in Nederland als reden, de ander gooit het op de manier waarop onderwijs wordt gegeven. Een derde koppelt gebrek aan ondernemerschap aan de Nederlandse, risicovermijdende cultuur.

Een paar eeuwen geleden waren de Nederlanders juist een van de meest ondernemende volken op aarde. Denk aan de talloze risicovolle tochten die werden ondernomen op zee die uiteindelijk uitmondden in de eerste NV ooit, de VOC. Sinsdien lijkt de Nederlandse cultuur juist 180 graden gedraaid te zijn tot een risicovermijdende, normaal is al gek genoeg-cultuurtje.

Deze cultuur heeft ook zwaar zijn stempel gedrukt op het onderwijs zoals wij dat in Nederland kennen. Dat het woord strebertje in Nederland een negatieve ondertoon heeft zegt op zich al genoeg. Het uiterste uit jezelf halen, goede resultaten willen neerzetten en een grote ontwikkelingsdrang leidt in Nederland (tijdens iemands onderwijscarriere) vaak tot een sociaal vacuum, waardoor velen toch maar kiezen voor de veiligheid van het opgaan in de massa. Onder het niveau presteren is vaak de makkelijkste route naar sociale acceptatie.

We kunnen dus stellen dat de basis van ons `ondernemerschapsprobleem` voor een gedeelte ligt in onze cultuur, maar nauw verbonden is met ons onderwijssysteem. Zoals u al eerder heeft kunnen lezen in het artikel `hedendaags ondernemen` lijkt het onzin om de schuld af te schuiven op de brei van regelgeving in Nederland.

Het aspect onderwijs lijkt ook door onze overheid eindelijk serieus genomen te worden. Ondernemers voor de klas, www.lerenondernemen.nl, ondernemersopleidingen en talloze andere initiatieven schieten uit de grond. Maar waarom beginnen we met het aanpassen van de inhoud van onderwijsprogramma`s als de basis van het probleem nog niet is aangepakt?

De kern van het probleem ligt niet in de inhoud van het onderwijs, maar in de manier waarop het onderwijs wordt ingericht, wordt gegeven en beoordeeld wordt door de gemiddelde Nederlander. De problemen binnen het Nederlandse onderwijs lijken voort te komen uit een aantal aspecten: (1) De status van onderwijzer/docent is nog nooit zo laag geweest. Waar vroeger opgekeken werd naar het beroep van docent, wordt het nu gezien als een onderbetaald baantje met weinig perspectief. (2) Niet zozeer de vakinhoudelijke kennis is beneden pijl, maar de capaciteiten op het gebied van motiveren, communiceren en actief betrekken van leerlingen en studenten bij de stof ligt bij docenten beneden peil. (3) In het Nederlandse onderwijs zijn vrijwel geen competitie-elementen terug te vinden. Waar het in andere landen heel normaal is om te vertellen welke studenten bij de top 5% van hun jaar zitten, wordt dit in Nederland angstvallig anoniem gehouden, omdat ondermaats presterende studenten anders en publique exposure zouden krijgen met betrekking tot hun resultaten. Vreemd en paradoxaal eigenlijk: aan de ene kant kan ondermaats presteren leiden tot snellere sociale acceptatie (uiteraard met een aantal uitzonderingen) en aan de andere kant is men bang dat het bekend worden van slechte resultaten leidt tot....? Sociale uitsluiting misschien?

Als er dingen moeten veranderen in een cultuur ontstaat er automatisch veel weerstand. Logisch ook, want een cultuur veranderen brengt onzekerheid met zich mee. Met andere woorden: met ziet dit soort veranderingen als een soort risico. Het lijkt een beetje een vicieuze cirkel: onze cultuur wordt gekenmerkt door risicovermijdend gedrag, waardoor veranderingen maar moeizaam op gang komen. Maar veranderimgen zijn noodzakelijk als we willen streven naar innovatie, vooruitgang en een betere concurrentiepositie. Dat ondernemerschap de motor achter innovatie is klinkt heel logisch, maar het opstarten van `ondernemersopleidingen` op zich is geen oplossing van het probleem. Er moet begonnen worden bij de basis: Ten eerste werkt het overheersende discours op onderwijsgebied vooruitgang tegen. De woorden `streber` en `leraar` zouden een hele andere lading moeten dekken dan wat ze nu uitdragen. Ten tweede is het stimuleren van ondernemerschap geen kwestie van inhoudelijke overdracht van informatie; het is een kwestie van mentaliteit en drang tot ontwikkeling. Wie anders dan docenten (en ouders) kunnen deze drang proberen over te brengen op onze kinderen?

Kant en klare oplossingen zijn niet aan te dragen. Veranderingen in cultuur hebben altijd in eerste instantie te maken met een bewustwordingsproces. Daarnaast is de problematiek sterk verbonden met onze angst, of gebrek aan energie om competitie aan te gaan met anderen. Dit zou ook weer samen kunnen hangen met een gebrekkige scheiding tussen professioneel leven en prive leven, maar dat is een onderwerp dat binnen de scope van deze tekst iets te ver gaat.

Waar kan dan een start gemaakt worden? De manier waarop ouders hun kinderen opvoeden is geen aspect waarop een overheid te veel invloed mag of wil hebben. Onderwijs daarentegen is nog steeds een zaak van onze bestuurders. Er mag best meer aandacht besteed worden aan de manier waarop docenten hun lesstof communiceren, hun studenten motiveren en streven naar een betere ontwikkeling van hun pupillen. Managementgoeroes die voor 500 man een seminar geven doen dit ook op een manier waardoor hun toehoorders iets leren en gemotiveerd worden om zichzelf verder te ontwikkelen en anderen hiermee aan te steken. Waarom is de status van een dergelijke spreker zo veel malen hoger dan die van een docent? Want in essentie doen ze hetzelfde, op hun publiek en vergoeding na.

Laten we proberen het bewustwordingsproces in Nederland in gang te zetten en laten we dat doen vanuit de basis en niet door ergens middenin te beginnen. Dit lijkt de enige effectieve weg naar meer ondernemerschap, innovatie en concurrentiekracht.